Op die zeventiende juli 1994 werd de voetballer Dunga
definitief omarmd door het Braziliaanse volk en de immer kritische pers. Dat is
wat je noemt relatief laat voor een ervaren international van op dat moment
ruim dertig jaar oud. Maar Dunga was dan ook geen doorsnee Braziliaanse
voetballer.
Dunga werd als Carlos Caetano Bledorn Verri geboren op 31 oktober
1963 in Ijuí, in de zuidelijke deelstaat Rio Grande do Sul. De geografische
ligging van die staat droeg flink bij aan het voetballot van kleine Carlos. Het
voetbal in Rio Grande do Sul heeft veel raakvlakken met dat van buurlanden Uruguay
en Argentinië. In de staat van de Gaúcho’s wordt vooral on-Braziliaans hard
gespeeld. Dat gebeurt bij Dunga’s eerste profclub Internacional en ook bij het
eveneens uit Porto Alegre afkomstige Grêmio, in 1995 tegenstander van Ajax in
het duel om de Wereldbeker voor clubteams. In dat kader is het veelzeggend dat
Grêmio werd opgericht door bewoners van de Duitse kolonie (!) in de stad.
Brazilië staat wereldwijd bekend om spelers die het
spelletje op blote voeten op het strand leren en een fabuleuze techniek hebben,
maar in Rio Grande do Sul zijn er relatief weinig van zulke fijnbesnaarde
voetballers. En Dunga had die techniek zeker niet. Het zat hem toch al niet
mee: vanwege zijn flaporen en zijn bescheiden lengte had hij zijn bijnaam annex
latere voetbalnaam gekregen. Dunga is de Braziliaanse naam voor Dopey, één van de
zeven dwergen van Sneeuwwitje. Inderdaad: die met die flaporen.
Als voetballer had Dunga onmiskenbaar zijn kwaliteiten, maar
veel Brazilianen hadden jarenlang weinig tot niets op met zijn manier van
spelen. Toch maakte Dunga snel carrière. Met de juniorenploeg van Brazilië won hij
in 1983 de wereldtitel in Mexico, hetzelfde toernooi waar Nederland aanwezig
was met Van Basten, Vanenburg en co. Na Internacional kwam hij in Brazilië uit voor
Corinthians, Santos en Vasco da Gama –waar hij bevriend raakte met ploeggenoot
Romário- alvorens naar Europa te vertrekken. In Italië ging hij voor Pisa
spelen (en later ook voor Fiorentina en Pescara), waardoor het spel van Dunga
alleen maar Europeser werd. De fel bekritiseerde, wat hoekig ogende middenvelder,
snoerde in 1989 voor het eerst zijn critici de mond. Dankzij een ploeterende
Dunga konden sterren als Bebeto en Romário excelleren tijdens de Copa America,
die Brazilië voor het eerst sinds 1953 wist te winnen.
Maar na het daaropvolgende WK van 1990 was het weer helemaal
mis tussen Dunga en zijn thuisland. Voor het toernooi in Italië werd Dunga door
bondscoach Sebastiāo Lazaroni gebombardeerd tot de leider van het elftal.
Brazilië zou het dit keer helemaal anders gaan aanpakken: na de wereldtoernooien
van 1982 en 1986, waar de Zuid-Amerikanen in schoonheid waren gestorven, zou de
ploeg nu resultaatvoetbal gaan spelen. Tot grote ontsteltenis van veel
Brazilianen stonden plichtsbesef en soberheid centraal en was er weinig ruimte
voor creativiteit. Toen Brazilië vervolgens in de tweede ronde door uitgerekend
Argentinië uit het toernooi werd geknikkerd, was de kritiek snoeihard. De
seleçāo had voor Braziliaanse begrippen verschrikkelijk gespeeld én niet
gewonnen, dus wat had de veranderde speelwijze nu daadwerkelijk opgeleverd?
Dunga, de belichaming van alles wat voetbalminnend Brazilië
haatte, was vanaf dat moment helemaal de gebeten hond. Hij, die niets van de
schoonheid van het pure Braziliaanse voetbalspel in zich had, werd
geslachtofferd en raakte volledig buiten beeld bij het nationale team.
Laagdunkend werd er jarenlang gesproken van het totaal mislukte ‘tijdperk Dunga’.
De ommekeer kwam in 1993. Dunga, ontevreden geraakt in Italië, kocht zijn contract af en verkaste naar de Duitse Bundesliga. Bij VfB Stuttgart begon zijn rehabilitatie. Bondscoach Carlos Alberto Parreira zag het namelijk wél zitten in de in Zuid-Duitsland sterk spelende Dunga, erkende zijn toegevoegde waarde en liet hem terugkeren in de seleçāo.
Daar werd Dunga vervolgens de ultieme leider: het
verlengstuk van Parreira op het veld en ontegenzeggelijk de man met gezag. Langzaam
begon de opinie rondom hem te keren. Dunga, door de jaren gehard en daardoor mentaal
ijzersterk, was in het steeds meer fysiek wordende voetbal een factor van groot
belang geworden in het Braziliaanse team. Toch was er ook op het WK in 1994 in
de Verenigde Staten veel kritiek op de ploeg. Ook daar speelde Brazilië te
saai, te afwachtend en te weinig frivool.
...Brazili:e, wereldkampioen 1994, met op de onderste rij in het midden aanvoerder Dunga... |
Maar dit keer werd er wél gewonnen. Het Europese spel van
Brazilië paste dan ook prima binnen de trend van dat WK: alle overige kwartfinalisten
kwamen uit Europa. Het op stoom geraakte Brazilië versloeg in de kwartfinale
Nederland en was in de halve finale met 1-0 te sterk voor Zweden. In de eindstrijd
stuitte Brazilië op Italië, het land waar Dunga zoveel jaar had gespeeld. Het zou
de saaiste WK-finale in de geschiedenis worden. Ook na honderdtwintig minuten
was het nog 0-0, waarna penalty’s moesten bepalen wie de nieuwe wereldkampioen
zou worden. De voortekenen voor Brazilië waren niet al te gunstig: tot dat
moment had het land nog nooit een penaltyreeks gewonnen.
Doordat Franco Baresi en Márcio Santos vanaf de
elfmeter-stip faalden, bleef de nul zelfs bij de strafschoppenserie nog even
staan. Het was Demetrio Albertini die de ban brak en namens Italië de score
opende. Ook de daaropvolgende penalty’s gingen erin, totdat de Braziliaanse
doelman Taffarel de strafschop van Daniele Massaro stopte. Voor het eerst kon
Brazilië op voorsprong komen. Het was de beurt aan uitgerekend aanvoerder Dunga,
die zijn penalty feilloos raak schoot. Nu zou een miskleun van de Italiaanse
vedette Roberto Baggio betekenen dat Brazilië haar eerste wereldtitel sinds
1970 zou pakken. De penalty die ‘het Goddelijke staartje’ vervolgens nam zou de
geschiedenis ingaan als één van de meest historische missers ooit. Keihard
over.
Precies op het moment dat de voet van Roberto Baggio de bal
totaal verkeerd geraakt had, was Dunga wereldkampioen. Als aanvoerder kreeg hij
de wereldbeker als eerste in handen, uitgereikt door de toenmalige Amerikaanse
vicepresident Al Gore. Dunga klemde de beker, die het Braziliaanse team zou
opdragen aan hun enkele maanden eerder verongelukte landgenoot autocoureur
Ayrton Senna, stevig vast. Alle spieren in zijn gezicht spanden zich samen
waarna een oerkreet volgde waarbij alle agressie er uit kwam. Een jarenlang
gevoel van onrecht en onderwaardering was definitief weggepoetst. Eindelijk kon
hij wraak nemen op iedereen die hem zo bekritiseerd had. Wereldkampioen Dunga
had bewezen dat ‘zijn’ voetbalmanier wel degelijk succes kon opleveren. Zoeter
kon wraak niet zijn…
Dunga zou in 1995 naar
Japan vertrekken, waar hij bij Jubilo Iwata ploeggenoot van André Paus, Gerald Vanenburg en Dido Havenaar werd. Hij werd er in 1997 kampioen en voetballer van
het jaar. Op het WK in 1998 was Dunga wederom aanvoerder van de Braziliaanse
ploeg, maar zijn droom om een tweede keer Wereldkampioen te worden mocht niet
zo zijn. In een finale waar de Brazilianen massaal faalden werd verloren van
Frankrijk. Dunga bleef nog tot 2000 voetballen en sloot zijn carrière af bij
Internacional. In 2006 werd hij bondscoach van Brazilië. In die hoedanigheid
verloor hij op het WK in 2010 van Nederland, maar dat is weer een heel andere
episode van zijn loopbaan…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten