dinsdag 20 november 2012

Bert Jacobs - deel 4: Roda JC

zie hier voor deel 3

Na vier geslaagde seizoenen bij FC Utrecht had Bert Jacobs de clubs voor het uitkiezen. Hij kon naar Telstar en naar De Graafschap (destijds allebei Eredivisieploegen), maar Jacobs koos in de zomer van 1974 voor een dienstverband bij Roda JC.


De club uit Kerkrade had het voorbije seizoen voor het eerst op het hoogste niveau gespeeld, met een vijftiende plaats als eindklassering. Roda was volgens Jacobs een team waar nog de nodige rek in zat: “Die club sprak me aan. Het voetbal had toekomst in de provincie.”

Eén van de eerste zetten van Bert Jacobs bij Roda JC was het vastleggen van Dick Nanninga, in het seizoen daarvoor voorhoedespeler van Veendam. Een Eerste Divisie-spits uit Groningen naar een Eredivisieploeg uit het uiterste zuiden van het land: op het eerste oog leek het misschien een wat merkwaardige aankoop, al wist Nanninga in de jaargang 1973-1974 bij het bescheiden Veendam vijftien competitiedoelpunten te maken. Het vastleggen van Dick Nanninga bleek een meesterzet van Jacobs te zijn. De kopsterke midvoor werd een sensatie in Zuid-Limburg. Nanninga kreeg eenzelfde rol toebedeeld als Jan Groenendijk bij FC Utrecht had gehad: een sterke, bonkige spits die bediend werd vanaf de vleugels.

Het was dit spelsysteem waar Jacobs bekend om zou komen te staan. 4-3-3, lekker aanvallend, en bij voorkeur met een spits die kon koppen. Onder leiding van Bert Jacobs groeide het een door hem zorgvuldig samengestelde team uit tot een stabiele subtopper. Jacobs gaf zijn spelers veel vrijheden, maar ontzag niemand; er werd stevig getraind bij Roda. Door het bereiken van de bekerfinale werd in 1976 Europees voetbal gehaald, een hoogtepunt voor de club. En twee jaar later deden er met Jan Jongbloed én Dick Nanninga zelfs twee Roda-spelers mee aan de WK-finale tegen Argentinië. Invaller Nanninga, die in Kerkrade zo goed speelde dat hij tot de vaste Oranjekern was gaan horen, scoorde zelfs het enige Nederlandse doelpunt.

Bij Roda JC had Bert Jacobs zijn langste periode als trainer: zes aaneengesloten seizoenen was hij coach in Zuid-Limburg, wat voor Roda nog altijd een record is. In zijn tijd in Kerkrade botste Jacobs regelmatig met suikeroom Nol Hendriks. Zo vertelde Jacobs later: “Ik moest niets hebben van zulk soort randfiguren. Hij wilde zich toen al overal mee bemoeien. Nou, mooi niet. Op een gegeven moment heb ik Hendriks gezegd: koop een paar goeie voetbalschoenen en ga lekker trainen, en ik heb hem een boekje met oefenstof gegeven, Dat heeft-ie me nooit vergeven.”

In zes jaar Roda JC was er ook genoeg tijd voor de nodige Bert Jacobs-humor. Zo had hij Sjef Spronck, hulptrainer bij de ploeg, wijsgemaakt dat mevrouw Jacobs de lekkerste goulash van Limburg maakte. Als Spronck weer eens op bezoek kwam, was het echter niet Berts vrouw die het eten verzorgde, maar stiekem de heer des huizes. De onwetende Spronck heeft heel wat keren gesmuld van onvervalst hondenvoer met goulashsaus erover.

Een andere legendarische quote uit die periode is een incident met de op dat moment als chef sport bij Dagblad De Limburger werkende Jean Nelissen, zo zou Jacobs zich jaren later herinneren: “Jean heeft me toen eens iets geflikt. Ik weet niet meer wat, maar ik heb gereageerd door het bericht los te laten dat we een hele grote speler gecontracteerd hadden en er vervolgens voor gezorgd dat het eerst bij hem terecht kwam. Hij zette het gelijk in de krant. Heerlijk vind ik dat. Daar kan ik van genieten. Dan heb ik mijn revanche en is wat mij betreft alles vergeten en vergeven.”

Na zes jaar Roda JC was Bert Jacobs uitgegroeid tot een ervaren trainer, met de nodige successen op zijn naam. En dus was het tijd voor een volgende stap.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten