donderdag 22 november 2012

Bert Jacobs - deel 8: ups en downs in de periode 1992-1996

zie hier voor deel 7

...Bert Jacobs: ups en downs...
Wanneer Bert Jacobs in 1992 Vitesse verlaat, heeft hij de clubs voor het uitkiezen. Zijn keuze valt op het Spaanse Sporting Gijon, dat in de Primera Division speelt. De club uit de noordelijke provincie Asturië is een instituut in het Spaanse voetbal. Gijon komt sinds 1977 onafgebroken uit in de hoogste afdeling en speelde in de voorbije jaargang 1991-1992 nog in de UEFA Cup.

Het is geen kleintje dus, waar Bert Jacobs mee in zee gaat. Voor Jacobs is het in de beginperiode heel veel genieten in Spanje, maar af en toe ook behoorlijk wennen. Zo vertelde hij op smeuïge wijze over een bijzondere ontmoeting na een wedstrijd tegen Barcelona, toen hij een ‘klein mannetje’ de hand schudde: “Uit beleefdheid sta ik daar wat bij dat mannetje en na een tijdje besluit ik maar weer eens verderop te kijken. Dus ik sla die tuinkabouter op z’n schouder en zeg: Hé, ik zie je nog wel eens, en loop weg. De volgende dag kijk ik toevallig naar de tv en daar zie ik diezelfde tuinkabouter. Blijkt het de bondscoach van Spanje te zijn!”

Jacobs gaat met Sporting Gijon prima van start. Wat hem al snel opvalt, is het alom aanwezige katholieke geloof. Zo is er op wedstrijddagen om half acht steevast een mis op het veld. Af en toe is het voor Bert Jacobs allemaal een beetje té kerkelijk, zo zegt hij in die periode: “Ik vertel de laatste tijd maar dat ik van m’n geloof afgevallen ben en inmiddels de Islam aanhang. Dat lost veel op.” Ondertussen neemt Jacobs ook in Gijon geen blad voor de mond en voert hij weer ouderwets zijn acts op. Zo imiteert hij tijdens een persconferentie een bokser om een verhaal kracht bij te zetten. Prompt wordt Jacobs wekenlang op alle televisiezenders als bokser in beeld gebracht.

Naarmate de tijd vordert merkt Jacobs steeds meer dat de spelers in Spanje niet tegen hun trainer in gaan, iets dat hij goed weet te verklaren: “Dat is gewoon de aard van de Spaanse voetballer. Zolang is hier ook nog niet een democratisch systeem natuurlijk. Twintig jaar geleden zaten ze nog onder Franco. Aan die aard moet je denk ik ook niets proberen te veranderen.”

Misschien had Jacobs toch wat harder moeten zijn, want wanneer de resultaten minder worden keert het tij snel voor hem. Toen in april de degradatiestreep steeds dichterbij kwam, ontstond er paniek onder een deel van het clubbestuur. En op het moment dat de regionale krant El Commercio ook nog eens een offensief tegen Jacobs begon, was het snel gedaan: voor het eerst in zijn loopbaan werd Bert Jacobs ontslagen. Hoewel er veel voor hem pleitte, zoals een enorme blessuregolf waar hij natuurlijk part nog deel aan had, luidde de harde opinie: Jacobs was te lief voor zijn spelers.

Zo kon het gebeuren dat Bertus Jacobs werkeloos thuis kwam te zitten. Er is wel interesse, zoals van het Turkse Altay Izmir, maar dat niveau is Jacobs zijn eer te na. In december vindt hij een nieuwe werkgever: het wordt RKC. En zo verkast Bert Jacobs naar uitgerekend de club waarvan hij in zijn Spaanse periode het stadion gekscherend een rangeerterrein noemde.

Met hangen en wurgen weet Jacobs RKC te behoeden voor de Eredivisie, maar ook in het seizoen erna loopt het niet al te soepel. Eind november 1994 antwoordt hij in Voetbal International op onnavolgbare Bert Jacobs-wijze op de vraag of hij als trainer van RKC de kerst haalt: “Ja hoor. RKC staat tenslotte voor Rooms Katholieke Combinatie. Nou ben ik niet zo gelovig, maar een club met zo’n naam zal z’n trainer echt niet met de kerst ontslaan.” En wakker blijkt hij ook al niet te liggen van de slechte resultaten van de club: “Door mijn ziekte heb ik leren relativeren, ik slaap al jaren prima. Ik word alleen weleens wakker gemaakt door m’n lieve vrouwtje, maar dat doet ze niet om nou eens gezellig over de opstelling te filosoferen.”

Ontslagen wordt Jacobs uiteindelijk bij lange na niet: het begint namelijk ineens ontzettend goed te draaien bij RKC. Zo goed dat de club zelfs als achtste finisht. En dat terwijl gedurende het seizoen ook nog eens de spitsen Marco Boogers en Harrie Decheiver verkocht worden. Er zijn veel lofuitingen voor Jacobs, maar die heeft door zijn verblijf in Spanje het niveau van de Nederlandse competitie nóg meer leren relativeren. Zo omschrijft hij de destijds PTT Telecompetitie geheten Eredivisie als volgt: “Het spijt me hoor, maar in vergelijking met Spanje en Italië hebben wij echt de PTT Kaboutercompetitie.”

Jacobs is in 1995 op dreef in de media. Zo blijkt hij in een interview in Voetbal Nederland dat hij er nog altijd lol in heeft mensen op het verkeerde been te zetten: “Ik had een interview met het Utrechts Nieuwsblad, waar ze me van die staccatovragen stelden. Moest ik kort antwoorden. Hobby, auto, favoriete eten, en zo voort. Riep ik bij hobby: ornithologie. Belt er een man: ‘Goh, wat leuk, we hebben dezelfde hobby.’ Vroeg of ik misschien ook witte kanaries kweekte. Haha. Och, je kunt moeilijk 20 jaar dezelfde antwoorden geven op die vragen. Ik doe tegenwoordig aan klootschieten…”

In de zomer van 1995 verruilt Jacobs RKC voor FC Volendam, een club die hem aanspreekt vanwege het specifieke jeugdgebeuren. Zijn verblijf aldaar wordt echter geen doorslaand succes. Jacobs kan niet voorkomen dat de club de nacompetitie in moet. Ondertussen wordt hij binnen de club beschuldigd van vrijwel permanent dronkenschap. Een harde beschuldiging, al gaan de verhalen over het vermeende buitensporige alcoholgebruik van Jacobs al langer rond. Het strijden moe verlaat hij Volendam nog vóór het eind van het seizoen. In oktober zou hij terugkeren naar RKC…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten