...Bert Jacobs: ups en downs... |
Wanneer Bert Jacobs in 1992 Vitesse verlaat, heeft hij de
clubs voor het uitkiezen. Zijn keuze valt op het Spaanse Sporting Gijon, dat in
de Primera Division speelt. De club uit de noordelijke provincie Asturië is een
instituut in het Spaanse voetbal. Gijon komt sinds 1977 onafgebroken uit in de
hoogste afdeling en speelde in de voorbije jaargang 1991-1992 nog in de UEFA
Cup.
Het is geen kleintje dus, waar Bert Jacobs mee in zee gaat.
Voor Jacobs is het in de beginperiode heel veel genieten in Spanje, maar af en
toe ook behoorlijk wennen. Zo vertelde hij op smeuïge wijze over een bijzondere
ontmoeting na een wedstrijd tegen Barcelona, toen hij een ‘klein mannetje’ de
hand schudde: “Uit beleefdheid sta ik daar wat bij dat mannetje en na een
tijdje besluit ik maar weer eens verderop te kijken. Dus ik sla die
tuinkabouter op z’n schouder en zeg: Hé, ik zie je nog wel eens, en loop weg.
De volgende dag kijk ik toevallig naar de tv en daar zie ik diezelfde
tuinkabouter. Blijkt het de bondscoach van Spanje te zijn!”
Jacobs gaat met Sporting Gijon prima van start. Wat hem al
snel opvalt, is het alom aanwezige katholieke geloof. Zo is er op
wedstrijddagen om half acht steevast een mis op het veld. Af en toe is het voor
Bert Jacobs allemaal een beetje té kerkelijk, zo zegt hij in die periode: “Ik vertel
de laatste tijd maar dat ik van m’n geloof afgevallen ben en inmiddels de Islam
aanhang. Dat lost veel op.” Ondertussen neemt Jacobs ook in Gijon geen blad
voor de mond en voert hij weer ouderwets zijn acts op. Zo imiteert hij tijdens
een persconferentie een bokser om een verhaal kracht bij te zetten. Prompt
wordt Jacobs wekenlang op alle televisiezenders als bokser in beeld gebracht.
Naarmate de tijd vordert merkt Jacobs steeds meer dat de spelers
in Spanje niet tegen hun trainer in gaan, iets dat hij goed weet te verklaren: “Dat
is gewoon de aard van de Spaanse voetballer. Zolang is hier ook nog niet een
democratisch systeem natuurlijk. Twintig jaar geleden zaten ze nog onder
Franco. Aan die aard moet je denk ik ook niets proberen te veranderen.”
Misschien had Jacobs toch wat harder moeten zijn, want
wanneer de resultaten minder worden keert het tij snel voor hem. Toen in april
de degradatiestreep steeds dichterbij kwam, ontstond er paniek onder een deel
van het clubbestuur. En op het moment dat de regionale krant El Commercio ook nog
eens een offensief tegen Jacobs begon, was het snel gedaan: voor het eerst in
zijn loopbaan werd Bert Jacobs ontslagen. Hoewel er veel voor hem pleitte,
zoals een enorme blessuregolf waar hij natuurlijk part nog deel aan had, luidde
de harde opinie: Jacobs was te lief voor zijn spelers.
Zo kon het gebeuren dat Bertus Jacobs werkeloos thuis kwam
te zitten. Er is wel interesse, zoals van het Turkse Altay Izmir, maar dat
niveau is Jacobs zijn eer te na. In december vindt hij een nieuwe werkgever:
het wordt RKC. En zo verkast Bert Jacobs naar uitgerekend de club waarvan hij
in zijn Spaanse periode het stadion gekscherend een rangeerterrein noemde.
Met hangen en wurgen weet Jacobs RKC te behoeden voor de
Eredivisie, maar ook in het seizoen erna loopt het niet al te soepel. Eind
november 1994 antwoordt hij in Voetbal International op onnavolgbare Bert Jacobs-wijze
op de vraag of hij als trainer van RKC de kerst haalt: “Ja hoor. RKC staat
tenslotte voor Rooms Katholieke Combinatie. Nou ben ik niet zo gelovig, maar
een club met zo’n naam zal z’n trainer echt niet met de kerst ontslaan.” En
wakker blijkt hij ook al niet te liggen van de slechte resultaten van de club: “Door
mijn ziekte heb ik leren relativeren, ik slaap al jaren prima. Ik word alleen
weleens wakker gemaakt door m’n lieve vrouwtje, maar dat doet ze niet om nou
eens gezellig over de opstelling te filosoferen.”
Ontslagen wordt Jacobs uiteindelijk bij lange na niet: het
begint namelijk ineens ontzettend goed te draaien bij RKC. Zo goed dat de club zelfs
als achtste finisht. En dat terwijl gedurende het seizoen ook nog eens de
spitsen Marco Boogers en Harrie Decheiver verkocht worden. Er zijn veel
lofuitingen voor Jacobs, maar die heeft door zijn verblijf in Spanje het niveau
van de Nederlandse competitie nóg meer leren relativeren. Zo omschrijft hij de
destijds PTT Telecompetitie geheten Eredivisie als volgt: “Het spijt me hoor,
maar in vergelijking met Spanje en Italië hebben wij echt de PTT
Kaboutercompetitie.”
Jacobs is in 1995 op dreef in de media. Zo blijkt hij in een
interview in Voetbal Nederland dat hij er nog altijd lol in heeft mensen op het
verkeerde been te zetten: “Ik had een interview met het Utrechts Nieuwsblad,
waar ze me van die staccatovragen stelden. Moest ik kort antwoorden. Hobby,
auto, favoriete eten, en zo voort. Riep ik bij hobby: ornithologie. Belt er een
man: ‘Goh, wat leuk, we hebben dezelfde hobby.’ Vroeg of ik misschien ook witte
kanaries kweekte. Haha. Och, je kunt moeilijk 20 jaar dezelfde antwoorden geven
op die vragen. Ik doe tegenwoordig aan klootschieten…”
In de zomer van 1995 verruilt Jacobs RKC voor FC Volendam,
een club die hem aanspreekt vanwege het specifieke jeugdgebeuren. Zijn verblijf
aldaar wordt echter geen doorslaand succes. Jacobs kan niet voorkomen dat de
club de nacompetitie in moet. Ondertussen
wordt hij binnen de club beschuldigd van vrijwel permanent
dronkenschap. Een harde beschuldiging, al gaan de verhalen over het vermeende
buitensporige alcoholgebruik van Jacobs al langer rond. Het strijden moe
verlaat hij Volendam nog vóór het eind van het seizoen. In oktober zou hij
terugkeren naar RKC…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten